Bram van der Vlugt met Bart KLever in Mooi weer vandaag.

Maria Goos in gesprek met Bram van der Vlugt

Bram van der Vlugt sprak in 2014 met Maria Goos om over zijn lange toneelleven te praten. ‘Ik ben wel als de dood dat het minder wordt.’ Van der Vlugt zou nog zes jaar doorspelen. Hij overleed op 20 dececember 2020.

Maakt spelen je gelukkig?
‘Ja, zeker! Ik doe de laatste jaren dingen die ik in mijn hele leven nog nooit heb gedaan en daar geniet ik enorm van. Deze zomer sta ik voor de derde keer op de Parade, maar vijf jaar geleden heb ik al eens in een Paradeachtige setting gestaan in een steengroeve in Winterswijk. In een kuil van honderd meter diep kun je ook toneelspelen. Een vriend van me zei: “Wij gaan in die kuil Orpheus en Eurydice doen.” Er was een muziektent waar een saxofoonkwartet prachtige muziek speelde van Grieg, Piazzolla en Fauré. Wij traden drie keer per avond op, vijf dagen achter elkaar. Soms met echt slecht weer. We kleedden ons om in een bouwvakkerskar. Een nomadenbestaan. Ik vind dat allemaal zo spannend, de boel in eigen hand nemen. Er wordt een enorm beroep gedaan op je tegenwoordigheid van geest, je handigheid, en je bent elkaars steun en toeverlaat. Dat had ik sinds toneelgroep Sater in geen veertig jaar meer beleefd.’

En zo ontstond het idee om op de Parade te spelen?
‘Niet meteen, nee. Dat is een lang verhaal. In Parijs speelt al vanaf 1958 dagelijks een aantal keren per dag De Kale Zangeres van Ionesco. Daar ben ik in 1958, toen ik nog op de Toneelschool zat, al geweest. Dat was toen heel revolutionair. En later ging ik nog een keer. In 2009 kregen mijn vrouw Irma en ik voor mijn 75e verjaardag van de kinderen een reisje aangeboden naar Parijs. Daar bleek een straatmuzikant die saxofoon stond te spelen verdomme mijn zoon Floris. Toen we wat gingen drinken op een terras was de ober die ons bediende mijn zoon Maarten. Er kwam een tweede straatmuzikant langs en dat was Hester, mijn vioolspelende dochter! Nou, we waren dus, voor mij onverwacht, met z’n allen een weekend in Parijs. Toen zei ik: “Geen gelul. We gaan in ieder geval naar De Kale Zangeres, oud stuk.” Het was een ongelofelijk belegen voorstelling op een piepklein toneeltje en ik dacht: o, wat is dit erg, maar ook: wat is dit leuk! Daar stond iemand van een jaar of honderdendrie een huishoudster te spelen die daar waarschijnlijk op haar vijftigste mee begonnen was. Het was verschrikkelijk maar het was ook zo goed!’

Dacht je toen meteen: dat wil ik ook?
‘Nee. We komen eruit en Irma zegt: “Dat stuk is in Nederland toch al heel lang niet meer gedaan!” En ik zeg: “Nee, ik heb het bij Studio in 1965 gedaan en daarna is het niet meer gespeeld.” In 1965 was dat met Loudi Nijhoff, Lex Goudsmit, Marlies van Alcmaer, Lou Steenbergen en Chrisje Ewert. En Irma roept: “Waarom doe je het niet nog een keer!” Ik speelde toen bij het Nationale Toneel en stelde het voor. Geen interesse. Bij producent Hummelinck Stuurman, waar ik het ook aan voorlegde, werd wat gegromd: oud stuk, twijfel, twijfel. Ik hoorde een tijdje niks totdat Arjen Stuurman zei: “Ik kan dat stuk plaatsen. Op de Parade. Maar dan speel je niet de hele tournee, maar alleen in Amsterdam. En ik heb een gimmick: je mag het alleen doen met 65-plussers.” Nou, het is een stuk met een echtpaar dat een kind heeft van twee, maar ja, het is absurdisme, dus alles kan. Het is een partituur. Je moet het spelen als een muziekstuk, majeur, mineur, en heel precies. Alles gaat om timing bij komedie. Het is moeilijk, maar komedie spelen doe ik het liefst en dan graag met een zwart randje. Dus we deden het. Met Elsje Scherjon, Diana Dobbelman, Nettie Blanken, Frits Lambrechts en Fred van der Hilst. En dat werd op de Parade een gekkenhuis! Een hit! Dus het jaar daarop zeiden ze van de Parade: “Nu moeten jullie alle vier de steden aandoen en in de grote tent gaan staan.” Nou, toen werd het nog een veel groter gekkenhuis. We hebben avonden gehad dat we voor 1200 man speelden. Rijen voor de kassa! En een plezier dat we hadden! Dus zei de Parade dit jaar: “Dat gaan we weer doen! Maar nu een ander stuk. Maar wel weer met bejaarden.” Dus nu sta ik deze zomer met veel genoegen op mijn tachtigste weer op de Parade!’

Durfde je dat wel aan na het succes?
‘Ik ben wel als de dood dat het minder wordt. Maar ik heb veel vertrouwen in Abel Nienhuis, onze jonge regisseur. Het is van groot belang dat we een jonge regisseur hebben. Hij koos voor Beschuit met muisjes van Herman Heijermans. Het gaat over gierigheid en hebberigheid. Flip Broekman heeft het bewerkt tot een stuk van een halfuur, want langer mag niet op de Parade. Dat gaan we dus deze zomer doen met dezelfde cast! Maar nu zegt de stokoude Van der Vlugt dat hij het iets te druk vindt. Dus we doen Rotterdam niet, maar wel Den Haag, Utrecht en Amsterdam.’

Kunnen de bejaarden dat nog wel aan?
‘Nou en of! Ik wilde vorig jaar zes stretchers. Want we moesten drie voorstellingen op een avond spelen en ik bedacht dat we tussendoor even moesten liggen. Nooit gebruikt! We gingen tussendoor de Parade op: boniseren ofwel mensen verleiden om naar je voorstelling te komen. Want het is ons eigen winkeltje. Van elk kaartje dat verkocht wordt krijgen wij een paar centen. Dat is zo leuk.’

De rest van het jaar gebruik je om weer bij te komen?
‘Welnee! Ik heb nu een clubje, Van der Vlugt & Co. Ik treed op met mijn muzikantenkinderen. Floris blaast op saxofoons en klarinetten en Hester speelt viool. Ik wilde mijn familiegeschiedenis al heel lang opschrijven want het is een ongelofelijk verhaal. Dat is nu een voorstelling geworden: Met andere oogen. Floris, Hester en een bassist, Lucas Dols, maken de muziek. De titel verwijst naar de chocoladefabriek Kwatta, bekend van de slogan Aller oogen zijn gericht op Kwatta. Ik ben een Kwattakindje. Het is een familieverhaal aan de hand van een verloren gewaand schilderij. Die voorstelling hebben we nu een aantal keer gespeeld en de mensen zijn onder de indruk. Met Van der Vlugt & Co doen we ook nog gelegenheidsoptredens met een verhaal, een gedicht, een sprookje en een Shakespeare-fragment. Dat is ook met de gedachte dat de kinderen aan het werk moeten. Want wat moet je nou als freelancemuzikant? Maar we hebben alle drie zo veel werk dat er nauwelijks tijd is om dit te doen! Spelen heeft mij altijd gelukkig gemaakt, maar dit eigen winkeltje is wel fantastisch!’ 

 

Meer weten

Genre: