Column Katinka Polderman: Talent, moed en discipline

‘Polderman, hoe komen die hoogstoriginele cabaretprogramma's van jou eigenlijk tot stand?’ is een vraag die mij regelmatig gesteld wordt.

Meestal glimlach ik bescheiden en zeg ‘Er is talent, moed en discipline voor nodig. En een hoop magie’. Dan vertroebelt mijn blik, richt ik hem op de horizon en terwijl een glimlach om mijn mond speelt herhaal ik: ‘O, ja, een hóóp magie...’. Omdat zo'n eerste column in Scènes niet niks is, dacht ik deze gelegenheid aan te grijpen om wat uitgebreider toe te lichten hoe zo'n voorstelling ontstaat.

Het maakproces begint met dingen doen die echt móeten voordat het schrijven begint. Wasjes draaien, wandelen, planten verpotten, dat soort dingen. Door kunstenaars -die het allemaal zo doen- zijn er zinnen bedacht om dit gedrag te rechtvaardigen. ‘Als je niet schrijft, werkt het onderbewuste gewoon door’. Of ‘Creativiteit stroomt pas bij ontspanning’. Luistert u even aan de toog van een kunstenaarskroeg voor meer van deze louterende mantra's.

Na twee maanden aanrommelen schrijft u één liedje en ontdekt u vijf vergeten liedjes die er mee door kunnen. U heeft nu een halfuur materiaal: Keurig op schema. Vervolgens raakt u tóch in paniek en schrijft vijf collegeblokken vol oneliners, opzetjes en overkoepelde ideeën voor de voorstelling in de trant van 'Geluk schuilt in liefde', of 'culturele kaalslag vs schoonheid', kortom De Boodschap.

U bent erg tevreden met uzelf, totdat u met de regisseur om tafel gaat zitten. ‘Goed, laat maar horen wat je hebt’, zegt die. Op dat moment realiseert u zich dat wat u heeft geschreven misschien meer gelijkenissen vertoont met nagelaten notities van een verwarde man dan met de opschrijfboekjes van Toon Hermans. ‘Ja, ik dacht iets van een thema van waar het nou naar toe moet met de wereld, en ik had ook nog wel een liedje,’ stamelt u dan.

De maanden daarna twijfelt u tussen stoppen met dit rotvak en natuurkundedocent worden of stoppen met dit rotvak en zelfvoorzienend gaan leven in een oud boerderijtje, maar bij gebrek aan de juiste papieren én een oud boerderijtje ploetert u toch maar verder. Dit wordt in vakjargon de try-outperiode genoemd.
Uiteindelijk staat u een fantastische premièrevoorstelling te spelen en is het af. Ineens. En een week na de première zegt u: ‘Deze voorstelling? Ach, eigenlijk schreef deze voorstelling zichzélf.’ U gelooft dat dan nog ook.

Wat ik al zei: Er is talent, moed en discipline voor nodig. En magie. O, ja, een hoop magie.

Katinka Polderman is cabaretière.

Deze column komt uit Scènes 4 Dit nummer lezen? Kijk in de kiosk. Scènes thuis ontvangen? Word abonnee!

 

Meer weten

Genre: