Werner Kolf als Othello en Rick Paul van Mulligen als Jago; foto: Sanne Peper

Meesterlijk duo in Othello: Werner Kolf en Rick Paul van Mulligen

Op dit moment speelt Othello in de grote theaterzalen in Nederland in een schitterende regie van Daria Bukvić. Kester Freriks staat stil bij de opvoeringsgeschiedenis van Shakespeares beroemde drama en constateert dat Het Nationale Theater met deze regie een discussie over racisme naar het hart van het toneel brengt.

Al meer dan vier eeuwen is het goed gegaan: een blanke acteur schminkt zijn gezicht zwart, hult zich in gepast tenue en daar staat hij, de nobele zwarte uit Shakespeares tragedie Othello (1603-1604), de donkerhuidige prins uit Noord-Afrika, de Moor die als generaal dient in het Venetiaanse leger. De wereldpremière vond plaats aan het hof van Jacobus I van Engeland door de King’s Men, met Richard Burbage in de titelrol. Het karakterkenmerk ‘nobel’ slaat om in zijn tegendeel: Othello wordt uiteindelijk afgeschilderd als een brute moordenaar, een door jaloezie gedreven zwarte die de blanke, onschuldige Desdemona vermoordt, zijn eigen vrouw. Zijn huidskleur in combinatie met de wurgmoord zorgt heden ten dage echter voor onvrede: dat kan niet zomaar. Maar laten we eerst naar enkele opvoeringen kijken.

Othello speelt zich aan het eind van de zestiende eeuw af in de tijd van oorlog tussen Venetië en het huidige Turkije, toen het Ottomaanse Rijk. Othello is de aangewezen veldheer om de vijand te verslaan. Vanwege zijn verdiensten mocht Othello trouwen met Desdemona, op wie hij zielsverliefd is. Maar daags na hun huwelijk fluistert zijn vaandrig Jago hem in het oor dat Desdemona hem ontrouw is: ze maakt met een ander, Cassio, het ‘tweeruggige monster’, zoals een beruchte zinsnede over de seksuele handeling luidt. Jago is door Cassio gepasseerd voor promotie in het leger, en de schuldige daarvan is Othello. Hiermee is het drama meteen in de beginscène op volle kracht: Jago zegt die Moor te haten en hij is uit op zijn vernietiging.

Kwade neiging
Veelzeggend detail is dat Othello als het enige toneelpersonage terecht is gekomen in de Inleiding op ons Wetboek van Strafrecht, art. 47 lid 2. Dit betekent dat iemand niet per se kwaadwillig is of moorddadig, maar dat een sluimerende ‘kwade neiging’ door misleiding van anderen ‘virulent’ wordt, ofwel tot uiting komt. Wat hem fataal wordt is zijn goedgelovigheid: hij vertrouwt Jago en juist hierdoor kan hij zich niet voorstellen dat Desdemona met Cassio het bed deelt. Bij sommige uitvoeringen krijgt de toeschouwer zelfs de indruk dat het stuk Jago zou moeten heten en niet Othello. Jago is de slang in het paradijs, Jago is de kwalijke influisteraar, de vaandrig die de handeling ontketent tot het fatale slot; Othello is feitelijk lijdzaam.
Het moet gezegd: Othello is niet vrij van racisme, een reden dat het stuk in de hedendaagse tijd regisseurs voor een moeilijke opgave stelt. Hoe verbeeldt je racisme, temeer daar Othello op soms karikaturale wijze wordt neergezet als zwart én kwaadaardig. In Shakespeares tijd was het begrip ‘ras’ veel minder geprononceerd dan nu. Bovendien wilde hij aangeven hoe men omgaat met zwarte mensen in een blanke, geprivilegieerde samenleving.

Blackface
Amerikaanse toneelgezelschappen hebben op het zwart schminken, het omstreden fenomeen blackface, tal van antwoorden gevonden: er zijn zwarte acteurs die zich wit schminken en dan weer zwart om de willekeur van huidskleur aan te geven. Al acterend vegen ze het zwart weg, waaronder wit te voorschijn komt, en dan weer zwart. De Vlaamse acteur Bert André wenste zijn hele lichaam zwart te schminken en niet alleen zijn gezicht, ook voeten, benen, buik, armen, in de regie van Franz Marijnen uit 1997 bij de Koninklijke Vlaamse Schouwburg. De acteurs waren opgesloten in kooien, als om het verstikkende labyrint aan te geven van jaloezie en wraakzucht. André in de titelrol wist Desdemona (Bien de Moor) zover te krijgen dat zij zelfs geloofde dat ze overspelig was geweest, wat een huiveringwekkende uitvoering opleverde.
Een opzienbarende Othello was in 2000 te zien bij het Onafhankelijk Toneel uit Rotterdam in de regie van Gerrit Timmers. Bert Luppes in de titelrol was een westerse generaal in dienst van het Arabische leger. Jago en Desdemona hadden een Marokkaanse achtergrond, en hiermee verplaatste de regie de voorstelling naar de Noord-Afrikaanse cultuur waarin seksuele vrijheid veel minder vanzelfsprekend is dan in het westen. De voertaal was Frans. Veel meer dan ooit ging deze uitvoering over het verschil tussen een mannen- en vrouwenwereld. De voorstelling reisde na de Nederlandse première naar theaters in Casablanca en Rabat, en ik had de eer mee te mogen reizen. Het werd een indringende theaterbelevenis. Desdemona, gespeeld door de televisieheldin Salima Bennoumen, werd in Marokko het symbool van de vrijheidsstrijd van de vrouw tegen mannelijke onderdrukking. Zij verzet zich tegen de traditionele rolpatronen waarin de ouders, en dan vooral de vader, hun dochter uithuwelijken aan een man die ze misschien helemaal niet wil. Dat gebeurt in Othello. Desdemona is de dochter van de Venetiaanse senator Brabantio die haar ‘weggeeft’ aan de zwarte Moor.

Cultuurverschillen
In Marokko waren het vooral vrouwen die de voorstelling bezochten, want voor mannen is theater taboe en hoererij. De vrouwen – moeders én dochters – onder het publiek leefden intens mee met de lotgevallen van Desdemona en vooral ook met de goede wil van haar kamenierster Emilia. Na afloop kon ik spreken met actrice Bennoumen, ze zei: ‘Mijn vader zat in de zaal. Het zwaarst vond ik om een westerling mijn liefde te verklaren. In Rotterdam speelden we de voorstelling een keer alleen voor Marokkaanse vrouwen. Zij herkenden veel van mijn lot, sommigen huilden zelfs. De dood aan het einde is gruwelijk, maar nóg gruwelijker is het voor een islamitische vrouw dat haar man haar verstoot. En dat gebeurt ook in Othello: eerst versmaadt en wijst hij Desdemona af, dan vermoordt hij haar.’ Nooit eerder werden de cultuurverschillen waarover Othello gaat zo duidelijk uitgebeeld als ginds in de theaters van Marokko.
Hans Kesting vertolkte in de regie van Ivo van Hove in 2003 Othello als een man vol militaire trots en ambitie. Kesting ging gekleed in militair uniform met onderscheidingen en al. Hij was niet zwart geschminkt, maar gewoon blank, en het werkte: het zwart van Othello is niet nodig om uitdrukking te geven aan een minderwaardigheidscomplex. Schitterend verbeeldde Kesting de door Jago opgezette duivelse constructie van bedrog die hij niet doorziet, maar wel voorvoelt.

Witte wereld
Van zwart geschminkte blanke Othello naar Othello als een zwarte man, niet geschminkt: met dit statement maakt de Nederlands-Bosnische regisseur Daria Bukvić bij Het Nationale Theater een weergaloze Othello, eerst voor de kleine zaal in 2018 en nu voor de grote zaal. Werner Kolf als Othello en Rick Paul van Mulligen als Jago vormen een meeslepend duo. De vraag die Bukvić zich stelt is waarom deze tragedie traditioneel als een liefdestragedie wordt gespeeld en niet als een drama over een zwarte man in een witte wereld? Waarom koos Shakespeare voor een Moor? Wat zou er veranderen als de rol van Othello op geen enkele manier met huidskleur zou zijn verbonden?
Kostumering en decor van deze Othello zijn hagelwit, benadrukt door de witte vlaggen die het decor afboorden. Hiermee is de uitzonderlijke positie van Othello gegeven, een buitenstaander in een extreem witte wereld. Meer dan over jaloezie gaat deze voorstelling over het mechanisme van vooroordelen: Kolf valt, uitsluitend door zijn zwarte huidskleur, per definitie buiten de groep. Op het dramatische hoogtepunt van de wurgscène raakt Othello Desdemona niet aan, maar spreken de acteurs de regieaanwijzing uit: ‘Othello vermoordt Desdemona.’ Die abstractie maakt het nog spannender.

Werner Kolf blijft groots in zijn waardigheid en vraagt het publiek: ‘Zoudt u bang voor mij zijn?’ Dan slaat de demon Jago opnieuw toe, in een verrassend en schokkend slot. Met deze Othello brengt Het Nationale Theater een discussie over racisme naar het hart van het toneel. Bukvić en haar cast laten zien hoe irrationele angsten en vooroordelen onze zienswijze beïnvloeden en dat ze verweven zijn met de blanke identiteit. Dat maakt haar Othello onontkoombaar.

Othello van Het Nationale Theater is te zien t/m 7 maart 2020 in het hele land
 

Meer weten

Genre: