De Marathon is van start tot finish een prachtige race

Is de vele goede humor, de ontroering en het grote succes van de film De Marathon wel te evenaren of zelfs te overtreffen met de musicalversie? Het antwoord is volmondig ja. Aangevuld met heerlijke poppy songs van Thomas Acda is deze musical een avond genieten, met veel gelach en een kleine traan.

Net als in de film draait de voorstelling om vier niet-fitte automonteurs die door het lopen van de Rotterdamse marathon sponsorgeld op willen halen om hun bijna-failliete garage te redden. Eigenaar Gerard (John Buijsman) is -zonder dat iemand het weet- ongeneeslijk ziek, maar bereikt op emotionele wijze uiteindelijk toch de finish.

Alle acteurs spelen hun rollen met verve. Niet alleen de vier marathonlopers (naast Buijsman, Michiel Nooter, Kees Boot en Dennis Willekens), maar ook ‘subsidie-Turk’ Gürkan Küçüksentürk, Robbert van den Bergh die zowel een over-the-top-homo als een macho hilarisch neerzet en Terence van der Loo die ontroert met het prachtige nummer Mag ik nog heel even blijven hier. De vrouwen hebben in de theaterversie een grotere rol dan in de film. Dat is fijn omdat dit zorgt voor verrassing en omdat de opmerkingen, heerlijke stemmen en fijne nummers van onder meer Jelka van Houten en Lucretia van der Vloot helemaal raak zijn. 

Het allereerste lied is grappig, maar past niet bij de rest van de voorstelling en is daarmee een vreemde start. Dit is echter het enige minpunt van een boeiende en hilarische voorstelling die ook niet-musicalliefhebbers zéker kan aanspreken.

Tournee t/m 28 mei.

Foto: Dim Balsem