Wie ervan houdt op het verkeerde been gezet te worden doet er goed aan om naar voorstellingen van Jetse Batelaan te gaan. In Dansen is lekker ritmisch bewegen op muziek is opnieuw een zeer originele voorstelling waarin je weinig ziet, maar waar toch het nodige gebeurt. Toch duren die vijftig minuten uiteindelijk wat lang.
Recensies
Ik heb gisteravond de toekomst van de musical gezien. Hij heet Job Greuter. A kind of Odyssey is vernieuwend, energiek en hoogst origineel muziektheater. Het is een prachtige injectie voor de conservatieve musicalwereld die nog steeds veel te veel leunt op kassuccessen van weleer.
Zeven jaar na zijn terugkomst uit vernietigingskamp Auschwitz is Lex van Weren een van de overlevenden die door de Poolse regering uitgenodigd wordt om het kamp na al die jaren weer te bezoeken. Samen met zijn vrouw Tilly – die tijdens de oorlog in Amsterdam achterbleef – gaat Lex op de uitnodiging in en herbeleeft hij, net als in zijn aanhoudende nachtmerries, zijn oorlogstijd.
Onderbroekenlol regeert in het eerste uur. Na de pauze is de voorstelling totaal anders van toon. De Spelersfederatie is een nieuw ensemble dat met leden van de Theatertroep en andere jonge acteurs toneel voor de grote zaal wil maken. Hun debuut Moord met een M is geschreven door Don Duyns en geregisseerd door Pieter Kramer.
‘Wil jij haar in bad doen? Samen met zeesterrencrèche-man?’ De allerlaatste zinnen van Vader en moedertje brengen een zachtheid en gevoeligheid tussen de twee vrienden over die in de rest van deze lunchtheatervoorstelling node worden gemist.
Wat een heerlijke avond vol herkenning en verrassing, een fijne combinatie. JP den Tex is vooral de verteller met fijne verhalen over het ‘songwritersgilde’. Je hoort bekende nummers van Joni Mitchell, The Band, Bob Dylan, Tom Waits, Neil Young en Lou Reed in originele, soms komische vertalingen, ook van Kees Prins en Paul de Munnik.
Het begint als het nog niet is begonnen. Deze ooit leuke truc raakt wat belegen en is inmiddels een cliché. Dat blijkt maatgevend te zijn voor Rock me baby. Het is de nieuwste voorstelling van de geweldige poppenspeler en theatermaker Servaes Nelissen en heeft de vorm van een zogenaamde rockumentary.
Als hij opkomt scoort Jon van Eerd direct een open doekje. Na een minuut is het toneel weer leeg. Van Eerd houdt het publiek lange tijd gevangen in onzekerheid. Hoe hij dat doet moet de bezoeker vooral zelf ervaren. Deze opening is verrassend en gedurfd en daarmee toont Jon van Eerd zijn lef.
De jonge veldarcheloog Esther (Sarah Janneh) keert na jaren terug naar haar afgelegen geboortedorp om een opgraving te leiden waarbij een aantal vrouwelijke mensenbotten zijn ontdekt. Eenmaal daar belandt ze in een droom die haar honderden jaren terug in het verleden werpt, naar de tijd dat de heksenjachten begonnen, het patriarchaat zijn intrede deed.
Tegen het einde zingt Richard Groenendijk een prachtig lied: Er stroomt altijd wat november door mijn bloed, een referentie naar zijn karakter dat zowel een lichte als een zware kant bezit. Voor iedereen beter draait om meer tegenstellingen, met als grootste de strijd tussen zijn gedachten ‘Zie mij!’ en ‘Laat me met rust’.
‘Omdat jullie nergens anders goed voor waren.’ Zo motiveert de vader het veelvuldige seksuele misbruik van zijn twee kinderen. Twijfel je bij de eerste onthulling van zoon Christian nog, later blijkt het misbruik onontkoombaar en reageert vader op de vraag naar het waarom dus met deze gruwelijke opmerking. Tegen het einde sjokt hij alleen weg. Zijn vrouw loopt niet mee.
Ilja Leonard Pfeijffer weefde een amusant Droste-effect in zijn bewerking van De meeuw van Tsjechov en geeft de spelers af en toe cynische teksten mee over het spelen in een stuk van Tsjechov. Dat is grappig zoals er wel meer te lachen valt in deze frisse bewerking, zij het dat de voorstelling wel tijd nodig heeft om op gang te komen.