SPANNENDE MIX VAN CINEMA EN TONEEL

Hij is pas 31 en wordt al enkele jaren Frankrijks grootste toneelbelofte genoemd. Het prestigieuze Avignonfestival draagt hem op handen. Julien Gosselin realiseerde daar een negen uur durende voorstelling, gebaseerd op drie boeken Don Delillo dat binnenkort te zien is in Amsterdam. Scènes ging kijken in Parijs.

Bij Porte de Clichy in het noorden van Parijs ligt Ateliers Berthier, een vlakkevloertheater met een enorme speelvloer. Hier is gedurende zes weken de jongste creatie van Julien Gosselin te zien die in Avignon in première ging. Hij bewerkte drie van romans van de Amerikaanse auteur Don Delillo. Dat vormt deel één van Gosselins ambitieuze project. Deel twee wordt in Amsterdam gemaakt (zie kader). De drie voorstellingen zijn elk apart te zien, maar op deze zonnige zaterdag als marathon. Het is half twee ’s middags en het Parijse theater stroomt vol met een overwegend jong publiek. Het is lang, negen uur theater kijken, maar de liefhebbers weten dat Gosselin graag uitpakt. Zijn 2666, dat in 2016 in Avignon zijn première beleefde, duurde nog twee uur langer. De Franse pers kende hem daarvoor de Grand Prix de la critique toe. The Guardian is ook lovend over Gosselin en gaf zijn Delillo-voorstelling vijf sterren. Gosselin maakt theater waarbij acteurs veelvuldig op scherm te zien zijn in een spannende wisselwerking tussen cinema en toneel.

Apocalyptisch

In Gosselins nieuwste voorstelling gaat de politieke geschiedenis met mensen op de loop wat zich uit in angst, twijfel, verveling en het onvermogen tot liefhebben. Politiek geweld staat centraal in de drie romans die Delillo schreef tussen 1977 en 1991. In Joueurs zien we Lyle and Pammy, een verveeld New Yorks echtpaar dat verzeild raakt in terroristisch geweld. Lyle is een handelaar en Pammy is ‘rouwmanager’. Beiden werken in het World Trade Centre en hebben alles wat hun hartje begeert. Als Lyle getuige is van een moord op een kennis raakt hij betrokken bij een samenzwering van linkse terroristen die hun vizier richten op Wall Street. Mao II gaat over Bill Gray, een gevierd schrijver die teruggetrokken leeft. Bill betreurt dat romans snel achterhaald raken omdat ‘terrorisme de kunst heeft vervangen als overvallen op het bewustzijn’. Fotografe Brita Nilsson benadert hem voor een schrijversportrettenproject, wat voor Gray een comeback zou kunnen inluiden. Dan komt een verzoek van zijn uitgever om hulp bij de bevrijding van een jonge dichter die is gekidnapt in het Midden-Oosten. Gray gaat daarop in wetend dat hij prooi kan worden voor de terroristen, wat ook goed kan zijn voor zijn comeback. In Les noms gaat James Axton, alweer een schrijver, op zoek naar een gewelddadige sekte. Zijn huwelijk is een ramp als zijn vrouw besluit als vrijwilliger naar een opgraving op een Grieks eilandje te gaan. Axton reist door het Midden-Oosten dat net aan het bijkomen is van de gijzelingscrisis in de Amerikaanse ambassade in Teheran die ruim een jaar duurde. Zo maakt James het begin mee van de moderne islamitische revolutie. Wanneer James zijn vrouw opzoekt op het eilandje, is daar net een oude man dood aangetroffen. De sekte wordt verdacht van moord. De romans van Delillo zijn niet als trilogie geschreven en kennen geen gemeenschappelijke personages, maar wel een overeenkomstige thematiek met apocalyptische kenmerken, net als zijn bestseller Underworld.

Voortdurend verandering

De negen uur gaan relatief snel voorbij omdat er veel te zien is. Alle locaties waar deze verhalen zich afspelen worden geduid met geprojecteerde teksten die overigens ook regelmatig vertellend van aard zijn of commentaar bevatten. In het eerste deel, Joueurs, is er vooral film. We zien prachtige acteurs in een sterk realistische speelstijl. Fascinerend is het moment waarop in het decor een deur opengaat en de acteurs die je dan al een klein uur op doek hebt gezien, opeens als mensen van vlees en bloed voor je staan. Die deur gaat weer snel dicht waarna de film verder gaat. Dertien mensen op toneel zorgen voor muziek en spel. Er zijn drie cameramensen en twintig technici. Soms kijken we tijdens het ombouwen naar film, maar er zijn ook changementen waarbij spel gewoon doorgaat. Het decor verandert voortdurend. Het spelen van deze voorstelling is een enorme logistieke opgave. De toepassing van live cinema doet wel wat denken aan JR van FC Bergman, maar Gosselin speelt veel meer met de verschillende dimensies van toneel en film. De muziek wordt live gemaakt en varieert van typische seventies klanktapijten tot elektronische dansmuziek, rap, chansons, ijle synthesizerpartijen en repetitieve patronen op een elektrische gitaar. De aankleding van de decors is vintage jaren zeventig met bruine houten meubels en telefoontoestellen met een kiesschijf. En er wordt voortdurend gerookt.

Poëtisch, muzikaal en meeslepend

Gosselin is naar eigen zeggen beïnvloed door cineast Jean Luc Godard. Hij wisselt regelmatig tussen kleur en zwart-wit beelden en citeert uit diens film La chinoise waarin studenten de leer van Mao bestuderen. Er wordt meestal uit de hand gefilmd en dat is een onwaarschijnlijke prestatie. In Les noms dat zich voornamelijk bij kaarslicht afspeelt, is fraai te zien hoe goed over het filmen is nagedacht. Acteur Adama Diop wordt minutenlang close up gefilmd met nauwelijks licht. Zijn zwarte gelaat is daardoor maar deels te zien, onder meer dankzij de reflecties van zijn brillenglazen. Beeldschoon. Gosslins artistieke signatuur is een combinatie van film, toneel en literatuur. In een programmatoelichting zegt hij daarover: ‘Ik wil de kracht van het menselijk lichaam en de intense wisselwerking tussen acteurs en publiek combineren met literatuur en live cinema. Het is mijn onderzoek naar de mogelijkheden om poëtisch, muzikaal en meeslepend theater te maken over politiek geweld van de afgelopen veertig jaar.’

De Dellilo trilogie is op drie aparte avonden te zien in de Stadsschouwburg Amsterdam op 10, 11 en 12 april. De marathon is te zien op zondag 14 april, aanvang 13 uur. 

Meer weten

Genre: