Salomonsoordeel van Ilay den Boer, een onderzoek naar asielprocedures bij de IND

Activisme en theater (1)

Bij veel voorstellingen over de wereld van nu, lijkt de inhoud belangrijker voor anderen dan voor het publiek in de zaal. Of het nu gaat om A seat the table van Saman Amini of De zaak Shell van Anouk Nuyens en Rebekka de Wit. Preken voor eigen parochie is een lastig fenomeen in het theater. Maar steeds meer jonge theatermakers laten zien dat er een grote verandering gaande. Misschien wel de grootste sinds Actie Tomaat.

Dit is de eerste aflevering van een serie verhalen over de nieuwe generatie theatermakers die sterk maatschappelijk betrokken zijn en hun voorstellingen of installaties vaak buiten het theater maken. In dit eerste verhaal zijn vooral studenten aan het woord. Later volgen jonge makers, festivals en de opleidingen. Steeds meer jonge theatermakers willen dat hun verhaal bij het voor hen juiste publiek terechtkomt. Zij noemen dat impact maken. Ze bedenken eerst wat ze willen vertellen en zoeken daarna de plek op waar ze het beoogde publiek kunnen bereiken. En dat is dus lang niet altijd in het theater. Klimaat, milieu, armoede en racisme zijn gewilde thema’s. Zijn jonge makers activisten of kunstenaars? Of allebei? Studenten en makers die kortgeleden afstudeerden, zoeken steeds meer hun eigen weg naar een publiek buiten de muren van het theater. Natuurlijk, er is steeds meer theater buiten het theater. Al jarenlang. Maar nog nooit tevoren waren er zo veel maatschappelijk geëngageerde voorstellingen van jonge makers voor wie een première in Frascati of Toneelschuur niet meer de heilige graal is.

‘Tien keer spelen voor dertig mensen sorteert geen effect’
Charlotte Verhoef is programmamaker bij de Tolhuistuin in Amsterdam‘Ik volg een postdoctorale opleiding voor creatief produceren bij DAS (voorheen DasArts). Daarin gaat het altijd over de relatie van kunst met de gemeenschap, duurzaamheid, inclusiviteit, ondernemerschap, interdisciplinair werken en politiek. De Tolhuistuin organiseert veel manifestaties samen met theatermakers. Theatermakers zijn verhalenvertellers. We kunnen niet zonder. Verbeelders zijn nodig omdat de wereldproblemen te groot zijn en onontkoombaar zijn geworden. Kunstenaars en theatermakers vinden elkaar bijvoorbeeld in de deepfake video met de klimaattoespraak van Mark Rutte waar wij achter de schermen bij betrokken waren. Geschreven door Jelmer Mommers van De Correspondent en Anouk Nuyens en Rebekka de Wit van De zaak Shell, ingesproken door acteur Remko Vrijdag. De video trok binnen een dag 700.000 kijkers. Jonge theatermakers vragen zich steeds meer af: wat wil ik aangaan met het publiek? Hoe word je gedragen? Tien keer in een theaterzaaltje spelen voor dertig mensen sorteert geen effect.’

‘Het ideale publiek zijn de mannen die vrouwen in hun billen knijpen.’
Marlous van Noordwijk studeert dit voorjaar af aan de opleiding muziektheater Artez in Arnhem. ‘Anderhalf jaar geleden presenteerde ik op school een voorstellingsachtige installatie over seksuele intimidatie op straat. In Hé meisje zie je zeven acteurs die situaties naspelen. Bezoekers lopen individueel door een doolhofje van steegjes en straatjes met oortjes in en horen “psst” of “hé, schatje”. Door muziek en de acteurs die om je heen cirkelen, voel je iets van de angst die vrouwen dan hebben. Dat duurt tien minuten, daarna ga je zitten op een stoel om na te denken. We eindigen we met een groepsgesprek. Kortgeleden heb ik een verbeterde versie gemaakt. Het project gaat na de zomer naar scholen. Ik was op een mbo voor een gastles met burgemeester Marcouch. De jongens deden eerst nog lacherig, maar werden stil toen de meisjes over hun ervaring vertelden. Ik krijg veel medewerking van de gemeente Arnhem. Het is een complex project dat ik na mijn afstuderen verder wil ontwikkelen. Ik hoop dat de installatie ook nog in het uitgaansleven gesitueerd kan worden, want het ideale publiek hiervoor zijn natuurlijk de mannen die vrouwen in hun billen knijpen.’

‘Kunst heeft geen haast en is egoloos’
Cato Lustig is derdejaars student aan de regieopleiding in Amsterdam. ‘Theater gaat voor mij over noodzaak en persoonlijke verantwoordelijkheid. Jezelf en het publiek bevragen. Uitgebreid onderzoek is voor mij cruciaal. Ik kan dat betalen door mijn werk als masseuse. Dat is ideaal, want ook dat is verrijkend voor mijn visie. Ik hou van repertoire, maar ook van ervaringstheater. Ik wil graag een meditatieve trip realiseren met spoken word, zang en muziek waarmee ik mensen in een bepaalde staat van zijn kan brengen. We hebben allemaal een thuisplek in onszelf maar ons wordt geleerd daar niet te veel mee bezig te zijn. Ik denk dat het juist goed is om gevoelens als angst, ongemak, pijn en verdriet onder ogen te zien. Ik stel me daarbij ook voor dat het publiek in een cirkel zit en elkaar kan zien. Kwetsbaarheid, intimiteit en onrechtvaardigheid zijn voor mij belangrijke thema’s. Ik wil dat je anders de voorstelling uitgaat dan dat je erin ging. Kunst heeft voor mij niet zo zeer een politieke agenda, het heeft geen haast en het is egoloos. Iets mag ook dertig jaar later op zijn plek vallen. Ik wil ook een project maken over jeugdcriminaliteit. Ik wil dan hetzelfde verhaal telkens op een andere manier vertellen, eerst in een gevangenis, dan op een school en dan in de grote zaal. Liefst voor een VVD-publiek dat ik dan hoop te kunnen opschudden. Theater is voor mij persoonlijk maar dat kan ook politiek zijn zoals Augusto Boal met zijn Theater of the Oppressed al jaren geleden beweerde. Als we veel beter met ons zelf kunnen omgaan dient dat ook het algemeen belang en daarmee wordt het politiek.

‘Afstuderen met een game-achtige performance’
Samuel Schwarz is derdejaars student aan de opleiding muziektheater Artez in Arnhem. ‘Ik wil activisme en theater maken combineren. Neem de wooncrisis. Zou ik een gesprek kunnen organiseren tussen krakers en publiek en dat verpakken in een voorstelling? Dat is niet simpel en vergt veel organisatie, maar kan denk ik wel. Als ik de krakersbeweging als relevante alternatieve woonoplossing wil aanbieden, dan moet er iets gedaan worden aan de wet. Ik wil dan in gesprek met de gemeente en met politici. Dan zou ik langs buurtcafés, vrijwilligersorganisaties en winkels gaan om alle Arnhemmers bij mijn voorstelling te betrekken. Ik wil met muziektheater de wereld een stukje beter maken dan ik die heb gekregen. Kunstenaar Jonas Staal zegt dat theater altijd propaganda is en dus activisme. Voor mij gaat theater over bevragen, twijfel, perspectief bieden of boos zijn. Voor mijn afstuderen denk ik aan een project over burgerlijke ongehoorzaamheid. Is dat vaak terecht of niet? Het hoort bij een gezonde democratie. Wat is de kracht en wat is de tegenkracht? Mijn gedachten zijn nog heel pril. Misschien wordt het een gameachtige performance of een eendaags festival. Het zijn nog vage plannen. Op de opleiding gaat het vooral over impact maken. Dat krijgen we met de paplepel ingegoten.’